Kippenwereld, voor al uw kippeninfo

Natuurbroed

Voor natuurbroed heb je behalve bevruchte eieren en een broedende hen ook een goed hok nodig, waar de hen het liefst apart in kan zitten broeden. Zo kan ze niet gestoord worden door andere hennen of hanen die haar lastig vallen in het nachthok. Bovendien kunnen andere hennen er geen nieuwe eieren bijleggen.

Als je denkt dat je hen broeds is, maar je weet het niet zeker, dan is er een gemakkelijk trucje om zeker te zijn dat ze broeds is of niet. Je neemt een ei en legt deze voor haar. Als de hen het ei onder zich rolt dan weet je zeker dat de hen broeds is. Verder zijn broedse hennen vrij fel tegenover andere dieren en mensen, maken klokkende geluidjes, liggen als een soort pannenkoek op het nest en hebben een kale borst. Dit gebeurt omdat de veren werken als een isolerend laagje, waardoor de hen haar lichaamswarmte niet goed over kan brengen naar haar eieren.

Er zijn grote verschillen op het gebied van broeden tussen bepaalde rassen. Bij sommige rassen is het broeden er uitgefokt (bijvoorbeeld Leghorns en Minorca’s), andere rassen zijn meerdere keren per jaar broeds (bijvoorbeeld Zijdehoenders, Wyandottes en Cochins) en weer andere rassen kan je beter niet laten broeden van wege hun gewicht en lompheid (bijvoorbeeld de Brahma’s en Mechelse hoenders). De kans dat deze zware rassen met hun lompe poten de eieren breken is zeer groot. 

Behalve een goede broedster is het ook belangrijk dat de hen een goede moeder is. Als je slechte ervaringen het met het moederschap van een bepaalde hen, laat deze hen dan niet opnieuw kuikens uitbroeden en opvoeden.

De meeste hennen worden broeds nadat ze een bepaald aantal eieren hebben gelegd. Voor bijvoorbeeld zijdehoenders gaat het om 7-10 eieren. (Kalk)eieren in het hok zal de broedlust van de hennen bevorderen. Vaak zal deze broedlust blijven totdat de hen eieren heeft uit gebroed of broeds af is gemaakt (zie hiervoor de FAQ: Broedsaf maken van hennen).

Meerdere hennen op het zelfde moment in het zelfde hok laten broeden is vragen om problemen. Het kan goed gaan, maar het gebeurt regelmatig dat de hennen de kuikens van de andere hen doodpikken. Als je toch graag twee hennen wil laten broeden, wees dan verstandig en laat ze dit dan op twee verschillende plekken doen.

Om te voorkomen dat de eieren op verschillende momenten uitkomen moet je alle eieren op het zelfde moment onder de hen leggen. De broedeieren kan je het beste bewaren tussen de 10 en de 15 graden, dus niet in de koelkast! Een kelder is zeer geschikt. Je mag de eieren nooit afwassen, omdat je dan het beschermende laagje op het ei aantast. Mocht het ei erg vuil zijn dan kan dit er af krabben met een mesje, bijvoorbeeld.

Vaak wordt aangeraden om de eieren een tweetal keer per dag te draaien. Dit doe je om te voorkomen dat de kiem in de dooier zakt en de dooier aan de schaal vast kleeft. De eieren mogen niet te oud zijn; 14 dagen is echt wel het maximum. Na 14 dagen zal de kiemkracht van de eieren afnemen, waardoor de kans op uitkomen kleiner wordt. Hoe nieuwer, hoe beter geldt in dit geval.

Als er nog andere hennen bijlopen, dan is het verstandig om de broedeieren te markeren met potlood. Dit moet je niet met pen of stift doen, omdat het inkt giftige stoffen kan bevatten. Vaak zetten de mensen de datum op het ei, maar een kruisje is ook voldoende. Op deze manier kan je de later bijgelegde eieren verwijderen. Doe je dit niet dan zullen de eieren niet tegelijk uitkomen, waardoor niet alle kuikens het zullen overleven. De hen moet dan namelijk kiezen tussen de kuikens of de eieren. Het is niet mogelijk om en het kuiken te verzorgen en door te broeden. Tijdens de broedperiode zal de hen zelf niet leggen.

Zorg dat alle eieren onder de hen passen. Als er te veel eieren onder een hen liggen dan kan ze deze niet allemaal warm houden, waardoor een aantal eieren niet uit zal komen. Hoeveel eieren is afhankelijk van het ras en de grootte van je hen.

Het is verstandig om de hen eerst een aantal dagen te laten broeden voordat je de broedeieren er onder legt. Het wil namelijk wel eens voorkomen dat de hen aan het begin van de broedperiode broeds gedrag vertoont, maar nog niet helemaal broeds is en dus niet constant op het nest zit.

Het gebeurt regelmatig dat de hen zelf buiten een plekje uitzoekt om te gaan broeden. Je doet er dan goed aan om haar toch te verplaatsen naar een veilig nachthok. Buiten is ze een gemakkelijke prooi voor roofdieren. Na het verplaatsen van een broedse hen kan het voor komen dat de hen stopt met broeden. Hier valt niets aan te doen, helaas. Volgende keer beter.

Een hen moet voldoende nestmateriaal hebben om een goed nest van te maken. Het valt aan te raden om een graszode in het hok te leggen, voor de vochtigheid.

Tijdens de broedperiode moet je het hok (ook het broednest) goed schoonhouden en de hen en het hok goed controleren op ongedierte (luizen).

De hen zal dagelijks de eieren verlaten om wat te eten, te drinken, haar behoefte te doen en natuurlijk wat beweging. Dit is geen reden om je zorgen te maken. Na een week of twee zal de hen wat langere pauzes gaan nemen. Als je het idee hebt dat hen niet goed voor zichzelf zorgt dan kan je haar dagelijks van het nest af pakken en even in de ren plaatsen. Vaak is dit niet nodig, want de hen gaat meestal uit zichzelf van het nest. Het maakt niet uit als de hen eens wat langer pauze neemt, ze weet wat ze doet.

Belangrijk is dat je de broedende hen de laatste paar dagen met rust laat en haar niet te veel stoort. Het is niet erg als de hen de laatste dagen haar eieren niet verlaat. Ze moet namelijk zorgen dat de temperatuur en de vochtigheid constant goed blijft.

Er is een kans dat de hen halverwege zal stoppen met broeden. Dan heb je gewoon pech. Als je de mogelijkheid hebt dan zou je de eieren over kunnen plaatsen in een broedmachine.

Als alles goed gaat dan heb je na 21 dagen broeden kuikens! De meeste eieren komen na 21 dagen uit, maar het is ook mogelijk dat ze iets eerder of iets later uitkomen. Als je na dag 23 nog geen kuikens hebt, dan is de kans klein dat er nog wat uit zal komen.

Er wordt afgeraden om na de langste dag van het jaar (21 juni) je hen nog te laten broeden. Als je later broedt dan loop je de kans dat de kuikens niet voldoende uitgegroeid zijn en niet op tijd in de veren zitten voor de winter, met alle gevolgen van dien.